Jeugdbeleidsplan

Om te groeien heb je beleid nodig

Werpen, springen en lopen op plezierige wijze. Bij U-Track bieden wij pupillen en junioren atletiektrainingen, meer dan alleen rondjes rennen. We spelen in op de intrinsieke motivatie van onze jeugd en behouden jongeren nog langer op een sport. Met 50 jeugdleden in 2004 zijn we nu uitgegroeid naar 250 jeugdleden in 2021. Het aantal groeit gestaag door. Daarom is het belangrijk om een beleid te hebben. Het jeugdbeleidsplan is opgesteld door Jos Warmerdam en Patrick Schoo. De jeugdcommissie controleert en past het zodanig aan. 

Het jeugdbeleidsplan is eigendom van U-Track en a.d.h.v. de visie van de atletiekunie opgesteld.

Start panboscross

Jeugdbeleidsplan v. 4.48

1      Inleiding

Met het toenemen van het aantal jeugdleden en het aantal trainers is het niet meer vanzelfsprekend hoe we met elkaar om moeten gaan om een bloeiende en plezierige vereniging te zijn en te blijven. Dat betekent dat er een beleid moet zijn. In dit jeugdbeleidsplan is het beleid vorm gegeven.

2      Doelstelling beleidsplan

Graag willen we alle belangstellenden inzage in en duidelijkheid over ons jeugdbeleid geven. Het jeugdbeleid wordt elk jaar getoetst door de Technische Commissie en vastgesteld door het bestuur.

3      U-Track als atletiekvereniging

U-Track onderscheidt zich als atletiekvereniging doordat:

  • Plezier in atletiekbeoefening voorop staat;
  • Alle activiteiten (op sommige wedstrijden na) en trainingen zich concentreren op en rond Maarschalkerweerd en Amaliapark.
  • Ze een actieve bijdrage levert aan atletiek in de stad Utrecht.
  • Ze een aanbod heeft voor verschillende doelgroepen (jeugd, senioren, technische nummers of hardlopen, lopen op de baan of in het bos) en leeftijdscategorieën.

4      Filosofie jeugdatletiek

In onze filosofie over jeugdatletiek sluiten we aan bij de filosofie van de Atletiekunie: het wezenlijke van de atletiek in al haar vormen en het wezenlijke van het kind.

  • Het wezenlijke van de atletiek kan worden omschreven in een drietal kernwoorden: lopen, springen, werpen.
  • Het wezenlijke van het kind kan worden omschreven in een viertal kernwoorden: spelen, presteren, leren, erkenning.
  • Belangrijkste is dat een kind plezier ervaart door suucesbeleving en hierdoor leven lang beweegt.

5      Uitgangspunten jeugdatletiek

Hier proberen we onze filosofie te vertalen in concrete handvatten om mee aan de slag te gaan. We doen dat vanuit drie invalshoeken: vanuit de atletiek als sport, vanuit het kind als menselijk wezen en vanuit U-Track als atletiekvereniging.

5.1       Uitgangspunten vanuit de atletiek

We bieden kwalitatief verantwoorde, op de basisvormen van de atletiek gerichte bewegingsvormen aan.

  • We zorgen voor trainingen met hoge intensiteit (veel beweging) waarbij, naarmate de (trainings-)leeftijd vordert, steeds meer ruimte is voor technische uitleg en bijsturing.
  • We bieden mogelijkheden voor het oefenen en meten van het geleerde.
  • We bieden mogelijkheden voor met atletiek samenhangende gezelligheid en plezier

5.2       Uitgangspunten vanuit het kind

We zorgen voor een veilige omgeving (zowel fysiek als sociaal) waarbij het kind de mogelijkheid krijgt om atletiekgericht te spelen / te sporten.

  • We creëren, door uitdaging en aanzet tot verbetering, de ruimte voor een basisbehoefte van ieder kind om te willen presteren (de intrinsieke behoefte).
  • We zorgen voor ruimte voor het kind om te leren, niet alleen sporttechnisch, maar ook gedragsmatig en moreel.
  • We zorgen voor erkenning door de kinderen, als groep en als individu, serieus te nemen, ze aandacht te geven, door te luisteren en mét ze te praten.

5.3       Uitgangspunten vanuit U-Track

  • We bieden een gevarieerde, veilige atletiektraining aan waarbij presteren (vaardigheden aanleren en verbeteren) en plezier en gezelligheid hand in hand gaan.
  • We hebben respect voor ieder kind als individu ongeacht afkomst of mate van bekwaamheid.
  • We hanteren een duidelijke trainingsstructuur met ruimte voor individuele aanpassing.
  • De trainingen bieden variatie en een totaalaanbod van alle atletiekonderdelen.

6      PR & communicatie

In een groeiende organisatie is een goede PR en communicatie van groot belang voor stabiliteit en duurzaam succes in de toekomst. Bij PR en communicatie maken we onderscheid tussen extern en intern.

6.1       Externe PR en communicatie (U-Track versus buitenwereld)

We streven naar:

  • Heldere informatie over wie en wat we zijn (folder, nieuwsbrief, website, social media, pers) zie ook het Algemeen Beleidsplan van U-Track;
  • Ruime afgebakende kennismakingsperiode van 4 weken voor aspirant-leden;
  • Aandacht voor mogelijkheden om onze jeugd te profileren (als club, als groep, als ploeg, als individu).
  • Werving van nieuwe leden d.m.v. de website, promotie bij wedstrijden en mond op mond reclame

6.2       Interne PR en communicatie

We streven naar:

  • Heldere informatie naar ouders (folder, inschrijfformulier, social-media, website, brieven, e-mail en vooral face-to-face);
  • Actieve deelname op www.u-track.nl d.m.v. aankondigingen, verslagen en foto’s;
  • Korte, heldere verslagen van alle overleggen;
  • Korte communicatielijnen bij organisatie activiteiten, waarbij leden van de jeugdcommissie sleutelfiguren zijn.

7      Organisatiestructuur

7.1       Plaats en samenstelling van de jeugdcommissie

  • De jeugdcommissie valt onder de directe verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur van U-track.
  • In de jeugdcommissie zitten in ieder geval: jeugdtrainer(s),  jeugdcoördinator, ouder(s), een vertegenwoordiger vanuit het algemeen bestuur, junior atleet.

7.2       Taken van trainers binnen de jeugdcommissie

De taken van de trainers binnen de jeugdcommissie zijn:

  • Technische verantwoordelijkheid voor de jeugdafdeling van de vereniging. 
  • Bewaken groepsgrootte, trainingsmomenten, trainerskorps, accommodatie en materiaal.
  • Nadenken over en opstellen van het jeugdbeleid.

7.3       Taken van ouders binnen de jeugdcommissie

  • Meedenken en –werken aan een enthousiaste jeugdafdeling van U-Track;
  • Uitvoeren en ondersteunen van het beleid voor de jeugdatletiek binnen U-Track;
  • (Mee-) begeleiden van competitiewedstrijden;
  • Verzorgen van eten en drinken tijdens clubactiviteiten;
  • Organiseren van extra activiteiten zoals sinterklaasviering, bowlen etc.;
  • Opstellen van jaarkalender voor alle jeugdactiviteiten;
  • Verzorgen inschrijving en promotie van competitie en wedstrijden;
  • Versturen jeugdnieuwsbrief;
  • Signaleren en verbeteren of doorgeven van knelpunten, zoeken van ouders voor verschillende taken (zie hieronder);
  • Fungeren als aanspreekpunt voor vragen van ouders tijdens trainingen.

7.4       Jeugdcoördinator

De jeugdcoördinator is de aanspreekpunt voor ouders van jeugd, jeugdtrainers en jeugdatleten. De jeugdcoördinator communiceert voortdurend met de verenigingsmanager, bestuur en jeugdcommissie over jeugdzaken. Daarnaast zorgt de JECO voor ondersteuning voor alle trainers, bijhouden van wedstrijdplanning en inventariseert met trainers over wedstrijden, vakanties en vergaderingen.

  • Aanspreekpunt voor ouders, trainers en jeugdleden bij locatie Maarschalkerweerd en Amaliapark
  • Signaleren van trainersbezetting en opleidingen van jeugdtrainers.
  • Brug van communicatie tussen bestuur, commissies en jeugdtrainers.
  • Zorgt voor twee-drie vergaderingen voor jeugdtrainers per jaar. Eén in oktober (voor categoriewissel), één in februari (voor outdoorseizoen).
  • Ondersteunen van  jeugdtrainers bij knelpunten en trainersontwikkeling. 
  • Schrijft mee met nieuwsbrieven over de jeugd.
  • Bijwonen van jeugdcommissieoverleg. 
  • Bewaken van trainingskwaliteit en jeugdbeleid bij U-Track.

7.5       Overleg

De jeugdcommissie vergadert ongeveer 6 keer per jaar. In dit overleg worden de activiteiten voor het komende seizoen besproken. Afgesproken wordt hoe de taken verdeeld worden. Van deze overleggen wordt een kort verslag met actiepunten gemaakt. Dit verslag wordt verspreid onder de jeugdcommissieleden, de jeugdtrainers en het bestuur.

8      Trainingsstructuur

8.1       Indeling groepen

De trainingen worden opgebouwd op basis van de leeftijden van de kinderen, waarbij het geboortejaar bepalend is. Er wordt geen onderscheid gemaakt in jongens of meisjes. De leeftijdsindeling van de Atletiekunie wordt als basis genomen:

https://www.atletiekunie.nl/kenniscentrum/bestuurder-en-commissielid/ledenadministratie/leeftijdsindeling

Voor het seizoen november 2021 – oktober 2022              Geboren in:

  • CategorieGeboortejaar
    Pupillen D (U8)2017 en later
    Pupillen C (U9)2016
    Pupillen B (U10)2015
    Pupillen A (U12)2014/2013
    Junioren D (U14)2012/2011
    Junioren C (U16)2010/2009
    Junioren B (U18)2008/2007
    Junioren A (U20)2006/2005

Hierbij is het geboortejaar bepalend. Zie ook www.u-track.nl/jeugd.  Kinderen kunnen lid worden vanaf de datum dat ze 6 jaar zijn.

Groepen kunnen worden gedeeld of samengevoegd. Dit gebeurt in overleg met de trainerscoördinator. Trainingsprogramma’s worden onderling afgestemd.

8.2       Groepsgrootte

We proberen de volgende uitgangspunten te realiseren:

  • een groep telt maximaal 15 kinderen
  • een groep wordt begeleid door een trainer, een assistent-trainer en, indien gewenst, een trainingshulp (jongste groepen)

Bij aanvang van ieder winterseizoen, eind oktober, wordt aandacht geschonken aan de bepaling van de grootte van de nieuwe groepen (i.v.m. doorstroming), de daarvoor benodigde omvang aan indooraccommodatie en de daarvoor benodigde trainers, assistent-trainers en trainingshulpen. Na vaststelling van die indeling in nieuwe groepen en verdeling over de beschikbare indooraccommodatie zal vastgelegd worden of en hoeveel de groepen nog kunnen groeien. In overleg met de betrokken trainer(s) kan dan eventueel besloten worden tot een ledenstop voor een specifieke groep. Als een trainer het gevoel heeft dat een groep te groot is, dan kan hij/zij dit opnemen met de trainingscoördinator, zodat hier een oplossing voor gevonden wordt.

8.3       Basistrainingen

Elke trainingsgroep (pupillen en junioren CD) krijgt 2 basistrainingen per week aangeboden op maandagavond en vrijdagavond beide op Maarschalkerweerd. ’s Winters (van eind oktober tot begin maart) wordt (ook) gebruik gemaakt van de indooraccommodatie in de Galgenwaard. Voor de junioren is er daarnaast een aanvullende training op woensdag (een looptraining, waarbij zowel sprint als middenlang aan bod komt). Deze aanvullende trainingen kunnen alleen door CD junioren worden gevolgd als ook minstens 1 basistraining wordt gevolgd. De trainer van de basistraining moet hiervoor zijn goedkeuring geven en houdt in de gaten dat de basistraining gevolgd blijft worden.

Uitgangspunt van alle basistrainingen is een groepstraining waarbinnen ieder individueel kind zo goed mogelijk tot zijn recht komt. Doelstelling van de inhoud van de training is:

  • verbeteren van de algemene motorische, technische en loopvaardigheden van de totale groep
  • Verruiming van trainingsmogelijkheden
  • verbeteren van de algemene conditie en snelheid van de totale groep
  • plezier krijgen en houden in atletiek

8.4       Trainingstijden en vakanties

  • Trainingen duren 60 of 90 minuten.
  • In de schoolvakanties (basisscholen) gaan de trainingen in principe gewoon door. Vooraf wordt hiervoor een inventarisatie gemaakt onder trainers en jeugd.
  • Trainingen gaan ook bij slecht weer door, tenzij het onweert of stormt (windkracht 9 of meer).
  • Indien de trainingen niet door gaan of als de trainingstijden wijzigen dan wordt dit gecommuniceerd via de mail en de website.
  • Indien een pupil niet een volledige training aanwezig kan zijn en hij/zij zelfstandig eerder naar huis wil, moet hij een briefje van zijn of haar ouders bij de trainer afgeven met toestemming hiervoor van de ouder.

9      Doorstroming

Bij het begin van de wintertraining, eind oktober van ieder jaar, stroomt de jeugd volgens de indeling van de Atletiekunie in leeftijdsgroepen door naar de volgende groep. Hierop worden geen uitzonderingen gemaakt.

Speciale aandacht is er voor de doorstroming van de pupillen naar de junioren en van junior C naar junior B.

  • De overgang van pupil naar junior is de leeftijd waarop (a) atleten naar de middelbare school gaan, (b) er meer zelfredzaamheid wordt verwacht, (c) de opzet van de competitie verandert (er zijn meer onderdelen, maar elke atleet mag maar aan 3 nummers meedoen en daarin moeten keuzes gemaakt worden).
  • De overgang van junioren C naar B valt deels samen met eind middelbare school en naar steeds meer zelfstandigheid. Een keuze moet gemaakt worden voor de volgende trainingsgroepen:
  • sprinttraining;
  • middenlang (800-5000m);
  • basis/meerkamp;
  • lange afstand/recreanten;

Dit zijn wedstrijdgerichte trainingsgroepen waarbij deelname aan de baancompetitie verplicht is.
Daarnaast zijn er op nog enkele specialisatietrainingen waar je aan mee kunt doen en die samen met Phoenix georganiseerd worden:

  • hoog/verspringen;
  • polsstokhoogspringen;
  • werpen en stoten

De ervaring leert dat dan veel atleten bij deze overgang afhaken. Daarom wordt getracht om:

  • Minimaal één junior atleet in de jeugdcommissie te hebben. Indien een junior hiervoor geschikt wordt geacht, zal hij/zij hiervoor gevraagd worden.
  • Groepen zoveel mogelijk intact te laten;
  • Tijdig met de jeugdleden in gesprek te gaan over de doorstroming en over wat hun wensen en behoeften zijn wat betreft specialisatie;
  • Jaarlijks een (tevredenheids-)enquête te houden onder de jeugdleden;
  • Leden die zich afmelden te vragen wat de redenen zijn om te stoppen;
  • Richten op een ander aanbod van wedstrijden voor de junioren dan alleen de competitie.

10  Kwaliteitsbewaking jeugdatletiek

In het eerste deel van het beleidsplan is al een aantal kaders gedefinieerd waarbinnen we werken: een filosofie gebaseerd op de jeugdfilosofie van de Atletiekunie, onze eigen uitgangspunten, een organisatie- en een trainingsstructuur.

10.1    Algemeen

Om de kwaliteitsbewaking verder vorm te geven, definiëren we nog de volgende voorwaarden:

  • (gezamenlijke) voorbereiding, planning en periodisering van trainingen (toewerken naar jaarprogramma’s)
  • vastleggen en evalueren van jaarprogramma’s
  • werken volgens een trainingsrooster (indeling, plaats en atletiekonderdeel per locatie)
  • aanbieden van leerlijnen en trainingsprincipes
  • aanwezigheid van voldoende trainingsmateriaal
  • investering in training en opleiding jeugdtrainers.

10.2    Trainen

Leerlijnen (methodes om technische en loopvaardigheden aan te leren) worden overgenomen van de Atletiekunie. De praktische invulling van de kwaliteitsbewaking wordt uitgevoerd door de hoofdtrainers in samenwerking met de trainers en kent de volgende onderdelen/mogelijkheden:

  • observatie van trainingsgroepen (vastleggen van goede punten en verbeterpunten)
  • doornemen van trainingen (vooraf versus achteraf)
  • ondersteunen met adviezen en dienen als vraagbaak
  • geven van periodieke bijscholingen (bijvoorbeeld over veel voorkomende technische verschillen in benadering of steeds terugkerende inhoudelijke vragen) binnen de club of met medewerking van de Atletiekunie.

Tevens kan door de trainers hulp gevraagd worden bij het zoeken van veelzijdige oefenstof, het plaatsen van oefenstof in een trainingsopbouw, het geven van de juiste aanwijzingen, enz.

10.3    Voortgang

Er zal een begin gemaakt worden met het bepalen van de aan te leren basisvaardigheden per leeftijdsgroep per atletiekonderdeel. Zo kan het totaal aan aan te leren techniek worden verdeeld in haalbare tussenstappen die voor zowel atleten als trainers hanteerbaar zijn.

Omdat er in elke leeftijdsgroep nieuwe kinderen instromen zal het soms voorkomen dat (een deel van) de groep bij de basis van bepaalde vaardigheden zal beginnen. We streven ernaar waar nodig en mogelijk te differentiëren met reeds opgedane vaardigheden.

10.4    Meten

De hoofdtrainers kunnen momenten afspreken om de vooruitgang binnen een totale groep of voor atleten individueel bij junioren te meten. Daartoe wordt een activiteit gepland die binnen een training uitgevoerd kan worden (bijv. onderlinge wedstrijd kogelstoten of coopertest voor de hele groep).

11  Opleiding trainers

We kennen niveau 3 trainers, hoofdtrainers en assistent-trainers. Van niveau 3 trainers wordt verwacht dat zij in het bezit zijn van het atletiekunie trainersdiploma niveau 3 (of vergelijkbare/hogere opleiding). Bij hoofdtrainers wordt verwacht dat zij verantwoordelijk zijn voor de groep en alle atletiekonderdelen aanbied. Van assistent trainers wordt verwacht dat zij in het bezit zijn van diploma niveau 2.

Verder wordt van trainers en assistent-trainers verwacht dat zij zich waar mogelijk bijscholen en verdiepen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdatletiek trainingen. U-Track zal het aanbod van bijscholingen en themadagen ruim onder de aandacht van de jeugdtrainers brengen.

De visie van U-Track is om trainers te enthousiasmeren voor het vak en vervolgens met beide overeenstemming de niveau 3 cursus te volgen. 

Tijdens de trainersoverleggen wordt aandacht besteed aan de onderlinge uitwisseling van kennis.

12  Wedstrijden

De trainers en leden van de jeugdcommissie stimuleren de jeugd om mee te doen aan wedstrijden. Vast onderdeel van het totaal aan wedstrijden is:

  • De pupillen- en juniorCD baancompetitiewedstrijden en de eventueel behaalde finalewedstrijden.
  • De jeugdcross-competitie in de winter.
  • Een aantal indoorwedstrijden georganiseerd in de directe regio.
  • De outdoor en indoor clubkampioenschappen.

In het voor- en het najaar maakt de jeugdcommissie bekend welke wedstrijden door U-Track op het programma worden gezet. We stimuleren de ouders (en kinderen) zoveel mogelijk om mee te doen. Met name aan de competitiewedstrijden. 

Bij baancompetitiewedstrijden stellen we verplicht dat jeugdleden minimaal aan 2 van de 3 wedstrijden deelnemen. Redenen om deze wedstrijden verplicht te stellen zijn:

  • Grote bijdrage aan het teamgevoel,
  • Deelname geeft richting en focus aan de trainingen
  • Deelname maakt het makkelijker om voor elke wedstrijd één of meerdere teams samen te stellen.
  • Zichtbaarheid van de club wordt vergroot.
  • Goed voor het zelfvertrouwen van het kind.

Bij alle competitiewedstrijden is een lid (of meerdere leden) van de jeugdcommissie aanwezig als coördinator/aanspreekpunt voor die wedstrijd. Verder worden voor alle (competitie-)wedstrijden minimaal 2 ouders gevraagd om als hulpjurylid op te treden.

12.1    Clubkleding

Bij competitiewedstrijden dienen alle deelnemers in clubkleding te verschijnen. De clubkleding bestaat uit een grijs/wit T-shirt of singlet en een zwarte korte broek. De clubkleding kan aangeschaft worden bij Runnersworld, Herculesplein 245.

Ook bij andere wedstrijden is het wenselijk dat deelnemers in clubkleding mee doen, om daarmee de zichtbaarheid van onze vereniging te vergroten.

13  Overige activiteiten

Het echte clubgevoel ontstaat als je elkaar beter leert kennen tijdens al dan niet sportieve nevenactiviteiten. Daarom staan er jaarlijks ook verschillende activiteiten op het programma, zoals:

  • Sinterklaascross
  • Nieuwjaarsborrel
  • Jeugdkamp (voor pupillen en D junioren)
  • Ju(se)niorenkamp (vanaf C junior)

Deze activiteiten worden georganiseerd door de jeugdcommissie of door atleten.

14  Algemene gedragsregels

Uit veiligheidsoogpunt, maar ook voor een goede omgang met elkaar, vinden we het belangrijk om afspraken te hebben.

14.1    Omgangsvormen op de baan

Op de baan wordt door meerdere groepen tegelijkertijd getraind. Om te voorkomen dat men last heeft van elkaar, geldt een aantal regels:

  • Atleten luisteren altijd naar trainers (eigen trainer of die van een andere groep).
  • Atleten tonen respect voor trainers en medegroepsgenoten.
  • Atleten sluiten andere atleten niet uit. Het pesten van anderen is onacceptabel. Meldingen van pesten kunnen (anoniem) aan de vertrouwenspersoon worden doorgegeven.
  • Trainers maken onderling afspraken over wie welk gebied gebruikt voor zijn training.
  • Materiaal en gebied dat door andere trainers is klaargezet, wordt niet gebruikt door andere groepen of individuen (of alleen in overleg).
  • De binnenbaan wordt gebruikt voor hardlopers. Lopers hebben voorrang, kijk goed uit bij oversteken of ander gebruik.

Indien een atleet zich niet aan deze regels houdt, kan een trainer de atleet hierop aanspreken. Indien het gedrag van de atleet niet verbetert, kan de trainer een gele kaart geven en dit melden bij de jeugdcommissie. Het is de verantwoordelijkheid van de trainer om er voor te zorgen dat het helder voor de atleet is waarom hij/zij een gele kaart heeft gekregen.

14.2    Omgangsvormen op de baan voor trainers

Ook trainers dienen zich aan een aantal richtlijnen te houden.

  • Trainers hebben respect voor de atleten.
  • Trainers hebben respect voor de andere trainers.
  • Trainers zorgen er voor dat atleten zich veilig voelen.
  • Lichamelijk contact tussen trainers en atleten mag enkel functioneel contact zijn met als doel het verbeteren van de trainingstechnische kant van bewegingen.

14.3    Schorsingsbeleid

Als een atleet een gele kaart heeft gekregen, zal de jeugdcommissie contact opnemen met de ouders om aan te geven dat het jeugdlid een gele kaart heeft gekregen met de reden hiervoor.

Als een atleet gedurende een seizoen 2 gele kaarten heeft gekregen, dan wordt hij of zij geschorst voor 2 trainingen.

Bij 3 gele kaarten of indien ongewenst gedrag (waarbij andere schaadt) kan het leiden tot royeren van het lidmaatschap. 

14.4    Vertrouwenspersoon

U-Track heeft 2 vertrouwenspersonen. De eerste vertrouwenspersoon is lid van de vereniging en heeft een positie als trainer. De andere vertrouwenspersoon is geen lid van de vereniging en heeft daarmee een volledig onafhankelijke positie.

Een beroep op onze vertrouwenspersonen kan door een lid worden gedaan als die slachtoffer is van:
•    pesten
•    oneigenlijk uitoefenen van de functie van trainer, bestuurslid of commissielid
•    seksuele intimidatie
•    seksueel geweld
•    ongewenste omgangsvormen
•    andere vormen van machtsmisbruik.

Ouders of leden die zich niet zelf slachtoffer voelen, maar zich ongerust maken over een bepaalde situatie en hiervoor naar hun idee niet terecht kunnen bij een trainer of het bestuur, kunnen zich ook wenden tot de vertrouwenspersonen. Zie www.u-track.nl/vertrouwenspersoon.html

14.5    Regels voor het jeugdhonk

Het jeugdhonk is voor alle U-Track leden toegankelijk. Om langere tijd plezier van het jeugdhonk te hebben, geldt een aantal regels voor het gebruik:

  • Het jeugdhonk wordt netjes gehouden.
  • De trainer die het jeugdhonk heeft geopend, is verantwoordelijk voor het sluiten van het jeugdhonk. Dit kan door het sluiten over te dragen naar een andere sleuteldrager of als er geen andere trainer meer is, het jeugdhonk zelf te sluiten.
  • De inventaris van het jeugdhonk wordt heel gehouden.
  • Roken binnen het jeugdhonk is niet toegestaan.
  • Het is toegestaan om koffie en thee te zetten. Dit is kosteloos.
  • Het is niet toegestaan om met spikes naar binnen te lopen.
  • Alcohol in het jeugdhonk is niet toegestaan.

14.6    Regels voor de indoorhal Galgenwaard

In de winter wordt er in de grote hal van de Galgenwaard getraind. Ook voor deze hal zijn er regels waar iedereen zich aan dient te houden.

  • In de zaal mag er alleen water worden gedronken. Er mag er niet worden gegeten.
  • Je mag alleen met schone schoenen de zaal in.
  • Voor het gebruik van spikes in de zaal, zijn speciale spikes nodig. Deze worden regelmatig bij wedstrijden in de zaal verkocht en Juul Acton verkoopt de puntjes ook tijdens de trainingen. Wel contant geld meenemen (€ 0,50 per puntje bij Juul).
  • Het is niet toegestaan om met ‘buiten spikes’ de zaal te betreden.
  • Iedereen is zelf verantwoordelijk voor de eigen spullen in de kleedkamer en in de zaal. Aangeraden wordt om geen kostbare spullen mee te nemen naar wedstrijden of naar de training.
  • In de zaal zijn vakken in de muur aanwezig waar iedereen een sporttas kan opbergen. Het is niet wenselijk om de sporttas verder mee de zaal in te nemen.

14.7    Gevonden voorwerpen

Op de baan worden alle gevonden voorwerpen verzameld in een doos. Deze doos staat in het trainingshok van U-Track.

In de Galgenwaard worden gevonden voorwerpen verzameld door de beheerders van de zaal. Hun kamer bevindt zich aan de rechterkant van de hal boven bij de ingang van de Galgenwaard.

15  Afwijking van gestelde regels

15.1    Afwijken van de trainingsstructuur

In sommige gevallen wil een jeugdlid (vanaf junior C) niet bij de eigen trainingsgroep trainen, maar bij een hogere groep. Hoewel we dit niet stimuleren, bestaat de mogelijkheid om dit, onder een aantal voorwaarden, toe te staan.

  • De aanvraag om bij een andere trainingsgroep te trainen, moet door de Technische Commissie worden goedgekeurd.
  • Het jeugdlid of zijn/haar ouders hebben een goede reden om niet bij de eigen trainingsgroep te trainen.
  • Het veranderen van trainersgroep heeft tot doel een verbetering op atletisch gebied te bewerkstelligen.
  • De trainingsgroep waarnaar geswitched wordt, moet voldoende capaciteit beschikbaar hebben.
  • De trainer van de trainingsgroep waar naartoe geswitched wordt, is akkoord met de switch.
  • De trainer van de trainingsgroep waar vandaan geswitched wordt, is akkoord met de switch.
  • Pupillen en junioren C/D moeten in hun eigen groep trainen. 

Mochten er atleten komen die als C-junior bij de AB-sprint groep willen trainen, dan zal dat alleen toegestaan worden als zij aantoonbaar tot de landelijke (sub)top behoren. Hiervoor worden de volgende limieten gebruikt (vastgesteld adhv uitslagen C-spelen):

          Jongens C

 

Meisjes C

 

60m

8.30

                60m

8.80

60mh

11.00

                60mh

10.35

100m

13.00

                80m

11.00

    

15.2    Niet meedoen met competitiewedstrijden

In sommige gevallen is de weerstand om mee te doen met de competitie wedstrijden zo groot dat het niet leuk meer is voor het jeugdlid. Hoewel we stimuleren om mee te doen met de competitiewedstrijden, kan er onder bepaalde voorwaarden afgeweken worden van deze verplichting. De voorwaarden hiervoor zijn:

  • De aanvraag om niet mee te doen met de competitiewedstrijden, moet door de jeugdcommissie worden goedgekeurd. De jeugdcommissie zal dit in overleg met de trainer doen.
  • Het jeugdlid heeft een goede reden om niet met deze wedstrijden mee te doen.
  • Indien een junior structureel niet mee doet met de competitie, is een alternatief dat hij/zij meehelpt met de pupillencompetitie als hulptrainer/jurylid/baanploeg.

15.3    Werkwijze om een uitzondering aan te vragen

Een lid of ouder kan een uitzondering op de bestaande regels aanvragen door een formulier zoals aangegeven is in bijlage A, in te vullen en deze via mail te sturen naar de jeugdcommissie, jeugd@u-track.nl t.a.v. ‘jeugdcommissie’.

De jeugdcommissie zal de aanvraag beoordelen en terugkoppelen naar de ouders en het jeugdlid.

16  Ouderparticipatie

De vereniging verwacht dat ouders zich minimaal 2 keer per jaar actief inzetten bij een activiteit.

De inzet kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld:

  • Ouders participeren in de jeugdcommissie;
  • Informatieouders: dit zijn ouders die op maandag en/of vrijdagavond regelmatig aanwezig zijn op de trainingen om nieuwe ouders/leden op te vangen en vragen te beantwoorden;
  • Hulpjury tijdens (competitie-)wedstrijden;
  • Begeleiding tijdens competitiewedstrijden;
  • Vervoer van en naar wedstrijden;
  • Ondersteuning bij uitvoering organisatie clubkampioenschappen.
  • Ondersteuning bij het clubkamp

17  Activiteitenkalender 2016/2017

17.1    Activiteitenoverzicht

Activiteit

Taak

Wie

1e pupillen competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

(Hulp)jurylid 1

 

(Hulp)jurylid 2

 

(Hulp)jurylid 3

 

2e pupillen competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

(Hulp)jurylid 1

 

(Hulp)jurylid 2

 

(Hulp)jurylid 3

 

3e pupillen competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

(Hulp)jurylid 1

 

(Hulp)jurylid 2

 

(Hulp)jurylid 3

 

Finale pupillen competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Ploegleider

 

(Hulp)jurylid 1

 

(Hulp)jurylid 2

 

1e junior CD competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

2e junior CD competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

3e junior CD competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

Finale junior CD competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Ploegleider

 

1e Cross competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

2e Cross competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

3e Cross competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

Finale Cross competitie

Wedstrijdsecretaris uit

 

Ploegleider

 

Hellas Utrecht Herfst Indoor

Wedstrijdsecretaris uit

 

Promotor

 

Ploegleider

 

Hulpjury 1

 

Hulpjury 2

 

Sinterklaasloop

Organisator

 

Promotor

 

Hellas Utrecht Kerstbomenmeerkamp

Wedstrijdsecretaris

 

Promotor

 

Ploegleider

 

Hulpjury 1

 

Hulpjury 2

 

U-Track – Phoenix Jeugd Indoor

Wedstrijdsecretaris

 

Promotor

 

Ploegleider

 

Hulpjury 1

 

Hulpjury 2

 

Hellas Utrecht Jeugd winter Indoor

Wedstrijdsecretaris

 

Promotor

 

Ploegleider

 

Hulpjury 1

 

Hulpjury 2

 

Clubkampioenschappen Indoor

Organisator 1

 

Organisator 2

 

Promotor

 

Hulpjury 1

 

Hulpjury 2

 

Hulpjury 3

 

Clubkampioenschappen Outdoor

Organisator 1

 

Organisator 2

 

Promotor

 

Hulpjury 1

 

Hulpjury 2

 

Hulpjury 3

 

17.2    Functiebeschrijvingen

Functie

Taken

Jeugdcommissielid

·       Neemt deel aan de jeugdcommissie vergaderingen (3 x per jaar).

·       Helpt mee met organiseren van activiteiten voor de jeugd. O.a. wedstrijden, ouderavonden.

Wedstrijdsecretaris in:

·       Stuurt uitnodigingen naar andere verenigingen.

·       Ontvangt alle inschrijvingen van deelnemers.

·       Maakt de startnummers.

·       Voert de uitslagen in.

Wedstrijd secretaris uit

·       Stuurt de uitnodiging naar alle pupillen en/of junioren.

·       Ontvangt alle aanmeldingen van U-Track deelnemers.

·       Stuurt de inschrijvingen naar de organiserende vereniging.

·       Stuurt de informatie van de wedstrijden naar de deelnemers (chronoloog, uitslagen, routebeschrijving).

Promotor:

·       Maakt reclame voor een activiteit via poster, flyer, bericht voor social media).

·       Promoot de activiteit op de trainingen.

Organisator:

·       Organiseert de activiteit.

·       Reserveert de locatie.

·       Regelt het materiaal.

·       Stelt het chronoloog op (i.g.v. een wedstrijd).

Ploegleider:

·       Ishet aanspreekpunt van U-Track voor de organiserende vereniging bij competitiewedstrijden.

·       Is aanwezig bij de ploegleiders meeting aan het begin van competitiewedstrijden.

Hulpjury:

·       Helpt mee als hulpjury bij onderdelen van competitiewedstrijden of indoorwedstrijden. (Meten, harken, latleggen, bal retourneren, ect).

·       Soms bij een vast onderdeel, soms meelopend met een categorie.

·       Voor elke 10 U-Track deelnemers die meedoen aan een uit-wedstrijd, moet 1 (hulp)jurylid door U-Track worden aangeleverd.

·       Bij wedstrijden die door U-Track worden georganiseerd, zijn meer juryleden nodig.

Begeleider:

·       Begeleidt een groep pupillen (categorie) bij een competitiewedstrijd of indoorwedstrijd.

·       Zorgt dat de groep op tijd bij het volgende onderdeel aanwezig is.

Stand-in:

·       Opbouwen van een stand tijdens een activiteit (marathons, loopjes).

·       Informatie verstrekken van achter een standje, tijdens een activiteit.

18  Afsluiting

We denken dat we u met dit jeugdbeleidsplan voldoende informatie hebben gegeven over ons jeugd beleid en onze uitgangspunten. Heeft u nog vragen of wilt u reageren, stuur dan een e-mail naar jeugd@u-track.nl of neem contact op met Bob Röell.

Bijlage A Aanvraag formulier voor een uitzondering

Aanvraag formulier uitzondering

  

Naam

 

Categorie

 

Trainer basistraining

 

Trainer nieuwe training (indien van toepassing)

 

Dag van basistraining

 
  

Welke uitzondering wordt gevraagd te maken?

Naar andere traingsgroep

 

bij

 

Extra training

 

bij

 

Geen deelname aan wedstrijden

   
  

Argumenten om een uitzondering te maken

 
 
    
Scroll naar boven